Weinig gebieden bezoek ik met zoveel plezier als Florida. Zoveel te zien, zoveel te beleven en alles zo dichtbij, het is werkelijk ongekend. Enne oh ja, ik hou van warmte. Dan zit je daar ook niet verkeerd.
Het begon allemaal…
…met een familiebezoek in 2011 aan een oom en tante van mijn vrouw die er waren gaan wonen. Inderdaad, in zo’n luxueus condominium met uitzicht over een golfbaan met strak geschoren groene fairways en wuivende Koningspalmen. En zelfs daar, in dat kunstmatige stukje groen, zag ik op de eerste dag vanuit het raam al Witte Ibissen, Troepialen (Grackles), Grijze eekhoorns, wat reigers en pelikanen, een Mockingbird en een paar Visarenden.
Dat belooft wat voor de échte natuur hier, dacht ik bij mezelf. Doelend op de Everglades en op de stranden aan de Golf van Mexico die we zouden gaan bezoeken. En fantastisch wérd het! Ik ben er nog vaak terug geweest, soms samen met een groep reisdeelnemers, dan weer privé. En ik moet zeggen dat bij elk volgend bezoek mijn verwachtingen opnieuw zijn overtroffen. Laat ik in dit blog uitleggen wat ik hier fotografisch gezien zo geweldig vind. Daarbij beperk ik me even tot de stranden.
Licht in overvloed
Nergens is het zo comfortabel vogels fotograferen als op de stranden van Zuidwest-Florida. Om te beginnen is er licht in overvloed. Niet alleen doordat het zonovergoten is, maar ook vanwege de witte kleur van het zachte, fijne strandzand dat licht reflecteert als was het sneeuw. De onderzijden van de vogels worden daardoor altijd fraai uitgelicht. Kijk maar eens naar deze visarend. Maar ook vogels die op het strand zitten, zoals deze steenloper, hebben door dat diffuse licht geen donkere schaduwen op de buik. De foto’s pakken daardoor lekker fris uit.
Het licht is op zonnige dagen zo intens dat het pijn kan doen aan je ogen. Tijdens het fotograferen zie je op de display van je camera dan ook niet zoveel. Je moet echt het histogram bekijken en de vorm van het ‘bergje’ nalopen om te beoordelen of een foto correct is belicht. De preview van de foto zelf lijkt op dat moment meestal overbelicht. Maar als ik dan aan het einde van de dag de foto’s in groot formaat op het beeldscherm van mijn computer bekijk, ben ik telkens weer verbaasd over hoe fraai die enorme hoeveelheid licht uitpakt. Je kan straffeloos je diafragma afknijpen of je ISO omlaag zetten, de sluitertijden blijven kort genoeg om uit de hand scherpe foto’s te maken. Dat heeft als grote voordeel dat je ook met lange tele-objectieven nog vrij goed uit de hand kan werken. Al blijft dat ook een kwestie van hoe vast je hand is.
Wit en turkoois
Wit is trouwens ook de kleur van de vele boten die aan de Floridaanse kust voor anker liggen. Tekenend voor de Sunshine State waar pensionado’s graag mogen ronddobberen op een fris ogend bootje. En tenslotte is ook het bodemgesteente grijswit. Het bestaat uit een gefossiliseerd koraal. Als je het van dichtbij bekijkt, zie je overal de fijne structuren van de kalkdiertjes waaruit koralen zijn opgebouwd. Dit poreuze, maar harde ondergesteente heet bedrock, omdat het een vaste bodem vormt onder het hele gebied. Je ziet het op de waterbodem, maar je ziet het ook verwerkt in gebouwen, zoals op deze foto’s. Komt er stof of vuil in, dan geeft dat nog een extra accent aan de koraalstructuren. Kijk maar eens op deze foto’s.
Andere kleuren die je hier over grote oppervlaktes ziet zijn het azuurblauw van de lucht en het turkooise groen van de zee. Je kan daar heel fraai vogels tegen laten afsteken.
Overal steltlopertjes
Dan de vogels. Lopend over het strand kom je overal steltlopertjes tegen. Ze lopen gewoon tussen de badgasten door en vliegen pas op als er een hond of jogger achteraan rent. Maar met tegenzin, hoor. Als het even kan, dribbelen ze liever een paar meter opzij. De meest voorkomende soort is de Steenloper. Prachtig te fotograferen terwijl hij afsteekt tegen de blauwe golven of wanneer ze bijna wegvallen tegen de achtergrond van de vloedlijn. Dat vind ik altijd erg fraai in high-key, waarbij ik er een sport van maak om de kleur van het strand zo ver over te belichten dat alle pixels nog net binnenboord blijven (van het histogram, bedoel ik). Maar ook de Amerikaanse Zilverplevier en de Kleine Strandloper komen soms zo dichtbij dat het me zelfs al een paar keer gelukt is om ze met een groothoeklens vliegend te fotograferen. Kwestie van camera gereed houden, want je kan vrij goed zien aankomen wanneer ze voorbij zullen vliegen. En daarna nog wat croppen. Dat dan nog wel. Als je dit doet met een telelens, ben je al gauw te dichtbij en verlies je teveel scherptediepte.
Andere steltlopertjes die je veel tegenkomt zijn de Kleine Strandloper, de Amerikaanse zilverplevier en (af en toe) Willet (een verwant van de Grutto) en Amerikaanse scholekster. De meesten zijn gemakkelijk tot op enkele meters te benaderen.
Zilverreigers
Een speciale vermelding verdient de Amerikaanse Kleine Zilverreiger. Deze soort is niet alleen enorm fotogeniek door zijn witte sierveren. Ook zijn levendige gedrag is buitengewoon boeiend om te volgen. Hier zie je er een foerageren in de branding. Wist je dat ze die gele teentjes gebruiken om visjes mee te lokken?
Kleine en grote zilverreiger. Beide soorten komen veelvuldig voor in Florida en bemoeien zich actief met vissers die eveneens langs elke waterkant te vinden zijn. Hengelsport is hier zeer populair en wordt – anders dan in Nederand – ook veelvuldig door vrouwen beoefend. Bij elke visser is altijd wel een pelikaan of zilverreiger te vinden. Vooral de kleintjes verdringen zich vaak om een stukje visafval. Sierlijk als ze zijn bewegen ze zich tussen de mansen door en balanceren niert zelden op nabijgelegen leuningen. Als fotograaf hoef je dan niet eens door de knieën voor een laag standpunt.
Schelpen
Ook vind je schelpen, zoals de Banketham (pen shell), de Bliksemwulk (Busycon), Pectens, Vechtslakken (Florida fighting conch, strombus alatus), de Banded Tulip, de Beletterde Olijfslak en als je heel veel geluk hebt de Junonia met zijn donkerbruike panterpatroon.
Hier zie je een paar Bliksemwulken. Ze danken hun naam aan de bliksemvormige gebroken belijning op de schelp. Als je wat langer kijkt naar deze schelpen zie je wellicht dat er iets merkwaardigs mee aan de hand is. Ze zijn niet rechtsom, maar linksom gewonden. Een zeldzaam verschijnsel dat heeft geleid tot een rijke folklore rondom deze slakkensoort.
Maar de Bliksemwulk heft nog een geheim in petto. Het is een van de weinige schelpen waarbij mannetjes en vrouwtjes extreem van elkaar verschillen in formaat. Waar een mannelijke schelp zo in de hand past, heb je voor het 40 cm. grote vrouwtje toch echt beide handen nodig om haar op te pakken. De vrouwtjes zijn verantwoordelijk voor de eieren en die zijn dan ook niet gering qua omvang. Net zoals bij onze Noordzeewulken produceert ook de Bliksemwulk een vrij groot dunwandig blister-achtig eierkapsel. Alleen bij de Bliksemwulk heeft dat de vorm van een grote spiraal die je moeiteloos tot wel 50 centimeter kan uittrekken. Als je die dingen voor het eerst op het strand aantreft, heb je werkelijk geen idee hoe of waar je de vondst moet thuisbrengen.
Met de Florida Vechtslak (een endeem) heb ik mij als fotograaf lang weten te vermaken. In het begin viel ik op de exotische vorm, met de puntige windingen. Later op de kleur, die kan variëren van okergeel tot chocoladebruin. Af en toe neigend naar purper. Het is buitengewoon fraai om een aantal exemplaren met verschillende kleurschakeringen bij elkaar te zien liggen. Vooral op de glanzende onderzijde van de schelp is de kleur nog extra intens en fotogeniek. En dan heb ik het nog niet eens over het merkwaardige gedrag van de slak die erin leeft en die je altijd blijkt aan te kijken, zo ontdekte ik na een tijdje. Een apart blog daarover vind je hier.
Vissen en sterms
Dode vissen spoelen aan de vloedlijn, waaronder de egelvis, stekelrog (ook levend), grote zeebaarzen, harders en meervallen.
Ook vind je op het strand altijd wel sterns (voornamelijk Royal- en Elegant tern), af en toe ook dwergstern. De meest algemene meeuw is de Heermann’s gull. Het aardige van al deze sterns en meeuwen is dat ze goed zijn te besluipen, tot ca 3 meter afstand als je er 10 minuten de tijd voor neemt. Het is me zelfs al een keer gelukt om ze met een groothoeklens te fotograferen bij ondergaande zon.
Een andere fotografische uitdaging is om de vogels te fotograferen met badgasten op de achtergrond. Vooral bij uiterst lage standpunten (lees: helemaal plat op de grond liggen) ontstaan boeiende composities met vogels op de voorgrond en in de achtergrond vage kleurvlekken in de vorm van mensen, parasols, strandspeelgoed, blauwe lucht of gebouwen. De combinatie van high-key en klein diafragma (grote opening) wil nog weleens verrassend uitpakken. Zeker wanneer het lukt om een opvliegende vogel precies scherp te krijgen.
Bruine Pelikaan
De kustvogel bij uitstek is hier de Westelijke Bruine Pelikaan. Vliegt gewoon tussen de strandgasten door. Soms in tweetallen, soms in grotere groepjes. Hun prehistorische verschijning is ronduit spectaculair, zeker wanneer ze rakelings over het water scheren. Vaak buigen ze dan opeens omhoog om zich vervolgens verticaal op het water te storten. Waarbij ze zich op het allerlaatste moment tot een pijl opvouwen. Heel leuk gedrag om een foto van te maken. Dat kan al met een 300mm lens en een beetje croppen. De pelikanen verdienen zeker ook meerdere portretten. Ze zijn soms goed benaderbaar en verrassen op foto’s ook door hun sprekende zwarte fonkel-oogjes. Tot slot zijn de verschillende verenkleden interessant. Jonge exemplaren zijn bruin. Vrouwtjes hebben een witte buikzijde en mannetjes in paarkleed hebben een witte kop en witte puntjes aan hun dekveren.
Bijzonder zijn de interacties tussen pelikanen en andere vogels. Zo zag ik geregeld vissende pelikanen met meeuwen die op hun rug landden, waarbij de meeuwen er zelfs in slaagden om stukjes vis te bemachtigen. En op een avond zag ik tegen de rode avondschemering een pelikaan die probeerde om tijdens het vliegen een visarend zijn buit te ontfutselen. Het mislukte, maar had een spectaculaire foto opgeleverd. Ware het niet dat de camera op dat moment was ingepakt. Toen dacht ik nog dat het een eenmalig moment was, maar ik zag bijna elke avond wel zo’n lucht-treffen tussen deze twee soorten. De volgende keer dat ik ‘s avonds het strand opga zal mét camera in de aanslag zijn. Fingers crossed!
Visarend
De meest iconische roofvogel voor Florida is zonder twijfel de Visarend. Hij leeft hier gewoon tussen de mensen en bij elk bezoekerscentrum aan de kust is wel minstens een nest te vinden. Vaak zelfs meerdere nesten in elkaars omgeving. Wat maar weinig mensen kennen is de sprekende melodieuze roep, een rondborstige indringende fluittoon die een paar keer wordt herhaald. Ik ken geen roofvogel met een mooiere stem dan de Visarend.
Als je dat hoort weet je dat er een visarend in de buurt is. Heel vaak zie je ze op of bij het nest met fikse prooien. Grote meervallen of zelfs Tarpons zijn niet veilig voor de visarend. Deze worden verorberd op de top van een dode boom, op een paal of een bord. Heel fraai om te observeren is hoe ze stukken prooi losdraaien door de snavel er eerst achterstevoren in te haken. Ze zijn dan te benaderen tot een meter of dertig, soms zelfs tot 10 meter of minder. Bijzonder zijn de momenten dat ze hun vleugels uitslaan om te balanceren in de wind. De witte onderzijde wordt dan fraai aangelicht dankzij de witte bodem. Een verschil met de visarenden in Europa is de de Florida-exemplaren een geheel witte borst hebben. Bij ons zien we vaak nog een zwartbruin ‘schild’ aan de voorzijde. Visarenden kiezen hun nestplaatsen op ongeveer dezelfde manier als ooievaars. Zowel in de natuur als tussen de mensen. Het is hier volkomen normaal om een stuk of tien visarenden per dag tegen te komen.
Dit exemplaar had een spiraalvormig eikapsel van de Bliksemwulk als nestmateriaal gebruikt.
Een paar keer zag ik een visarend zich uitgebreid badderen in de branding. Bij elke golfslag kletste het zeewater tegen zijn onderlijf aan en sloot hij zijn knipvliezen om zijn gele indringende ogen te beschermen. Dat laatste zag ik achteraf pas op de vele foto’s die ik van dat tafereel heb gemaakt.
Ook de prooien van de visarenden zijn vaak fotogeniek. Een silhouet van een vissenstaart of de baarddraden van een meerval geven een foto extra drama. Of wanneer de vogel vliegt met een flinke buit in zijn klauwen. Dat soort foto’s zijn ook goed te maken, want het lukt altijd wel om een jagend exemplaar voor de lens te krijgen.
Van visarend zijn ook frontale portretfoto’s te maken. Maar het moet gezegd: die indringende fronsende blik van de Zee- of steenarend ontbreekt. Dat komt doordat visarenden geen wenkbrauwbotjes hebben boven de ogen. Daardoor hebben ze dezelfde duifachtige uitdrukking als de Wespendief die eveneens geen wenkbrauwbot bezit. Desalniettemin blijft de visarend een spectaculaire stootvogel.
Witte Ibissen
Laat ik tot besluit nog even stilstaan bij de Witte Ibissen. Weliswaar geen echte strandvogels, maar in Florida toch vaak aan zee te vinden. Ze zijn een soort vast gegeven , waar je ook komt. De ibissen foerageren in elk park en op veel plaatsen zijn ze zo gewend aan de aanwezigheid van mensen dat je fraaie portretten kan schieten. Ik kan me helemaal verliezen in die prachtige lichtblauwe ogen. Ook groothoek werkt erg goed bij deze markante vogels. Ik heb ze vaak kunnen benaderen tot een meter of drie. Waarbij ik ernaar streef de horizon onder de buiken te laten doorlopen, zodat ze monumentaal afsteken tegen de blauwe lucht.
Je raakt er niet uitgekeken
Tot zover deze blog. Ik heb me nu voor het gemak even beperkt tot de stranden. Maar in Florida, en met name in de Everglades, valt onbtzettend veel meer van dichtbij te zien en te beleven. Er zijn uitgestrekte moerasgebieden, zowel open moerassen als bossen met de beroemde imposante Moerascypressen. Daartussen krioelt het van de watervogels en heerst de Mississippi Alligator, waarover ik eerder een blog heb geschreven. Verder heb je nog behoorlijk spectaculaire mangrovenwouden, riviermondingen en het ‘gewone’ Floridaamse huis-, tuin- en keukengedierte, waarover je hier het nodige kan bekijken en lezen.
Zelf erheen?
Wil je zelf eens meemaken hoe het is om in Florida te fotograferen, er is nog plaats op de natuurfotoreis van april 2019.
Bart Siebelink
Comments