Precies een jaar geleden nam ik op deze plek afscheid van mijn reisbedrijf. Vandaag kan ik vol trots melden dat er iets nieuws voor in de plaats is gekomen. Iets dat ook mijzelf heeft verrast.

Dat het kriebelde en broeide wist ik toen ook al, maar waar dat toe zou leiden en wanneer? Ik had werkelijk geen idee en kon weinig anders dan het proces de tijd en ruimte te geven die het opeiste. Het wierp mij genadeloos in een ongemakkelijk existentieel vacuüm. Wat zeg je bijvoorbeeld tegen de buitenwereld, waar de meeste mensen van de ene geplande gebeurtenis, naar de volgende toeleven? Precies: dat je zoekende bent, dat je het echt even niet weet, en dat je erop vertrouwt dat het zijn richting en vorm zal vinden. Maar zolang dat nog niet het geval is, kun je je er toch behoorlijk akward bij voelen.

“Sabbatical” bleek een toverwoord dat iedereen begreep. Van alle kanten kreeg ik te horen dat me dat veel zou brengen. Dat gaf hoop. Want na de eerste kalme, stressvrije maanden, begon me langzaam het besef te bekruipen dat vrijheid nog niet hetzelfde is als de zee van tijd die je overhoudt wanneer je alle ruis (te beginnen met social media) elimineert. Net zoals het schoonmaken van je ramen nog niet hoeft te betekenen dat je uitzicht er fraaier op wordt. Integendeel: als het uitzicht van zichzelf lelijk is, dringt zich alleen nog maar sterker aan je op.

Welkom in de sabbaticalmodus! Ik had er voor mezelf een deadline van één jaar aangehangen. Eigenlijk was het een parttime sabbatical, want ondertussen bleef ik lesgeven aan de kunstacademie in Rotterdam en liepen er ook nog zeven foto-begeleidingstrajecten door, waarvan twee edities Grip op Groei met samen bijna 300 deelnemers de grootste waren.

Maar door het grote venster naar buiten kijkend, liet die overkoepelende, nieuwe stip op de horizon zich nergens ontwaren. In weerwil van mijn verwoede pogingen het proces te versnellen, doelen te stellen, een uitkomst te forceren. Het gemakkelijkst was natuurlijk geweest om na de coronacrisis op te krabbelen en gewoon te zeggen “ziezo, dat was dat, en nu als de bliksem terug naar het oude normaal. Hopla, we plannen weer een jaar vol met vliegreizen. Hoe verder hoe beter, alles voor de consument. Maar ja, één probleempje: iets met klimaat, vliegschaamte, schuldgevoel. Een oude, wijze en zeer belezen vriend waarschuwde een paar jaar geleden al dat we “de voorlopige overlevenden zijn van een onafwendbare reeks antropogene natuurrampen.” Zware woorden, zo vond ik toen. Doemdenken. Maar zijn boodschap bleef wel nabranden. En in de nieuwsberichten van vooral de afgelopen twee jaar, zie ik met lede ogen het gelijk steeds verder zijn kant opschuiven.

De werkelijke uitdaging is natuurlijk niet om de klok terug te draaien, maar om je te verhouden tot alle turbulenties van een alsmaar sneller veranderende wereld. Kern van dit verhaal: de ability to grow and change. Op de kunstacademie in Rotterdam wordt dit vermogen expliciet benoemd als competentie die studenten ontwikkelen. Ik vind dat heel mooi, inspirerend en waardevol. Omdat je moet leren oude vertrouwde concepten en patronen los te laten, wil je iets nieuws kunnen creëren.

Voorbeelden te over: David Bowie die afrekende met zijn alter ego Ziggy Stardust, Prince die Tafkap werd, de verschillende perioden die Picasso en talloze andere kunstenaars doorliepen. Zo is het ook met de levenskunst van gewone stervelingen zoals jij en ik. We zullen ons steeds opnieuw moeten zien te verhouden tot nieuwe realiteiten, ook wanneer deze ons totaal niet bevallen. De ability to grow and change voedt zich met veerkracht.

Als dromen beloften zijn, dan trekken ze mij al een tijdlang naar het landelijke. Naar plekken met minder drukte, minder stress, meer natuur. Mijn gedachten vulden zich met beelden van bossen, kruidenrijke velden, zandpaden, van een wereld waar krekelgetsjirp en leeuwerikengekwinkeleer er nog toe doen.  En daar dan ook in leven en werken. Niet alleen maar toekijken. Dat verlangen werd steeds sterker.

Afgelopen zomer diende zich een zeldzame kans aan om hier concreet gehoor aan te geven. De Gelderse gemeente Nunspeet zocht een ecoloog om bij te dragen aan het beheer en herstel van de flinke hap Noord-Veluwe die de gemeente daar bezit. We praten over een kleine 3600 ha met bossen, heidevelden, vennen, een landgoed en nog veel meer. Allemaal Natura 2000-gebied. Wow, zeg daar maar eens nee tegen. Lang verhaal kort: ik heb gesolliciteerd en ben het geworden.

Yessss! Het roer was daarmee definitief om. Mijlpaal. Het vreugdevuur kan weer aan. Ook thuis, waar mijn vrouw nog altijd kampt met haar kwakkelende gezondheid. Hoewel haar situatie het afgelopen jaar gelukkig niet is verslechterd, zit compleet herstel er helaas niet meer in. Dus ook om die reden zijn steadyness en regelmaat aan het werkfront zeer welkom.

’t Is wel even omschakelen: van zelfstandig ondernemer naar ambtenaar, van variabel naar vast inkomen en verlost van die dwingende, neoliberale marketing-mindset. Kortom: minder merk, meer mens!
Maar het voelt goed, om niet te zeggen compleet. Eindelijk een passend vervolg op mijn afgeronde masterstudie ecologie waar je toentertijd weinig kanten mee op kon. Maar die nu gewicht heeft en die de weg effent voor een van de meest wezenlijke stappen: de stap terug naar mijn roots!

Wat maakt het een boel energie vrij. Nieuwe collega’s, een nieuwe organisatiecultuur met nieuwe systemen en inhoudelijk natuurlijk een prachtig kennisdomein. Hoewel ik mijn veldkennis en netwerk al die jaren behoorlijk op peil heb gehouden, lees ik nu met extra gretigheid alles wat los en vast zit over bosecologie, heidebeheer, bosbeheer, houtoogst, natuurwetgeving, wolven, grofwild, streekhistorie etc. Afijn, als leren een mens jong houdt, is voor mijn gevoel het leven nog maar net begonnen.

Behalve goed, voelt het ook maatschappelijk relevant om natuur te helpen redden en herstellen. Hoe beter we daarin slagen, hoe minder we daarvoor op het buitenland zijn aangewezen. Dat scheelt weer tonnen CO2 aan vakantiereiskilometers. Die gedachte leeft breder, zo bleek toen ik mijn nieuwe stap bekendmaakte op de kunstacademie. Al mijn collega’s zagen het zonder uitzondering als een belangrijke missie en waren oprecht blij met elke schouder die daaronder wordt gezet. Al zullen we elkaar, ik heb bijna 20 jaar mogen meedraaien, enorm missen.

Als natuurfotograaf zal ik niet helemaal uit beeld verdwijnen. Voor mij is fotograferen immers niet zozeer een activiteit, maar vooral de uiting van een bepaalde visie en houding, waarmee je om je heen kijkt, observeert, signaleert en vastlegt. Ik zie het als een vorm van visueel denken en communiceren die op veel verschillende manieren van pas kan komen.

Zo kun je de foto bovenaan dit blog zien als gewoon een prettig plaatje van twee vogels die zich samen hebben teruggetrokken in de geborgenheid van het groen, hoe symbolisch. Kijk je iets beter, dan is het niet zomaar groen, maar boerenkool. Symbool voor winterkost, maar ook voor de landelijkheid van de moestuin van weleer. De vogels zijn Patrijzen. Wie komt die buiten nog tegen? Als er één vogelsoort dramatisch achteruit is gehold is het wel de patrijs. Sinds de jaren zeventig is de populatie met 95% geslonken. Hoofdoorzaak: het intensief gebruik van akkerland en van pesticiden om onkruid en insecten te verdelgen. Met deze informatie in het achterhoofd is het opeens geen vrijblijvend plaatje meer.

Tot zover mijn update. Blijf ik nog workshops en cursussen geven? Het komende jaar minimaal. Dat wil zeggen: alleen nog via Pixfactory (o.a. de online cursus Grip op Beeldtaal). Verder mijn enige (en laatste) trip naar midden-Spanje voor Nordic Vision. Ook komt er (in oktober) een volledig vernieuwd Inspiratie Boot Camp, waarvoor ik samen met mijn collega’s Theo Bosboom en Johan van de Watering onlangs met veel plezier de locatie heb mogen verkennen.

Verder werk ik op de achtergrond aan een eigen fotografisch project. Het wordt een inspiratie- annex fotoboek dat radicaal anders van opzet zal zijn dan al het andere. Maar laten we dat nog even bewaren voor later. Nou ja, zoveel later nu ook weer niet, want ik ben er al redelijk ver mee gevorderd.
Al fotograferend, nabewerkend, piekerend en schrijvend realiseer ik me hoeveel voldoening en inspiratie het makerschap mij schenkt. Ondanks dat het bij tijd en wijlen ook de zelfkwelling is die het hoort te zijn. Ben je tot hier gekomen met lezen, dan zou het zomaar kunnen dat je dit laatste ten diepste begrijpt en bedank ik je voor jouw betrokkenheid. Bij deze wens ik je een geïnspireerd 2024 met – wie weet – een gezonde dosis grow and change.

Tot ziens!

Bart Siebelink