Tijdens de geslaagde fotoreis naar het beroemde natuurgebied Coto Doñana in Zuid-Spanje kregen we de kans om eens flink wat nesten te fotograferen van huiszwaluwen. Er zaten er vele tientallen van hoog tegen de witgepleisterde Andalusische gevels aangeplakt. En boven de straat zwermden hele wolken van die beestjes af en aan. Elke ochtend spitsuur, reden voor ons om er een fotostop aan te spenderen.igh key

Vooral als je een beetje overbelicht, komen die nesten fraai tot uiting. Deze techniek wordt ook wel ‘high key’ genoemd. Wees niet te zuinig met je belchtingsknop, één tot anderhalve stop plussen is geen overbodige luxe. Wordt je sluitertijd dan te lang om de vliegende zwaluwen nog scherp op de foto te krijgen, dan kun je ook achteraf digitaal de belichting nog opvoeren tot het gewenste niveau. Zover totdat de nesten er niet langer meer uitzien als duistere vlekken, maar dat de uit modderkluitjes opgetrokken wanden fraai doortekend raken. Dat de witte wanden van het gebouw of de lucht dan ver uitbleken, so be it. Dat vind ik in dit geval niet zo erg, maakt de foto zelfs lekker fris.

Kluitjes tellen

Zie je ook de verschillende kleuren in die modderkluitjes? Dat zette me aan tot dieper nadenken. Wist je bijvoorbeeld dat ieder kluitje voor de zwaluw een keer heen- en-weer vliegen betekent naar de dichtstbijzijnde kleiïge oever? Heb je erop gelet hoe klein de snaveltjes van de zwaluwen zijn? Ze moeten er dus heel wat bekjes vol van aanvoeren voordat het nest eindelijk een keer gereed is voor bewoning. Het aardige is dat je het aantal klontjes gewoon kan tellen: gemiddeld zo’n 500 per nest.

Stel dat het 100 meter vliegen is naar het dichtstbijzijnde kleiplekje, dan maken pa en ma zwaluw toch weer even 100 kilometer. Terwijl ze als rasechte trekvogel bij aankomst vanuit vanuit Afrika ieder al grofweg 5000 kilometer in de vleugels hebben zitten. En dan moet het broeden en het grote insecten vangen om de jongen groot te brengen nog beginnen. Dat ze dat niet ieder jaar bolwerken, bewijzen de vlekkerige sporen van verdwenen nesten. Pure kapitaalvernietiging dus, wanneer zo’n nest van de muur af valt. Toch is dat een aantal keren gebeurd. Hoeveel voormalige nestplekken tel jij op deze foto? Ik schat het op 18.

Klein drama

Best een klein drama, zo’n leeg nest. Of toch niet? Al gauw wordt het gekraakt door huismussen. Maar lang kan die pret niet duren. Huismussen mogen de boel dan graag stofferen met stro. Maar de wanden restaureren met verse kluitjes lukt hen niet, dus zal het verval onverbiddelijk doorzetten

In de vele huiszwaluwnesten waar het broeden wel goed gaat, komt ook een boel mest vrij in de vorm van uitwerpselen. Je ziet ze als spatjes tegen de witte Spaanse muren, maar ook op de aardewerken dakpannen vormt zich een vruchtbaar bodempje waarin een keur aan wilde kruiden tot kieming komt. Ik gebruik die ritmische begroeide pannenrand dankbaar als omlijsting van mijn foto.

Sinds 1960 is het aantal huiszwaluwen in Nederland met meer dan 75% afgenomen. Oorzaken zijn onder meer het steeds schaarser worden van modder (toenemende bestrating) en het verdwijnen van insecten. De laatste jaren lijkt de verdere achteruitgang van de huiszwaluw in Nederland tot een halt te zijn gekomen.

Nestfotografie

Dat het in Zuid-Spanje nog wemelt van de grote, fotogenieke kolonies, wil niet zeggen dat elke zwaluwen hier veilig broedt. Ik weet dat nestfotografie van vogels een beladen issue is. Maar als deze zwaluwen vrijwillig de drukste straat van het dorp als broedplek kiezen, lijkt het mij niet reëel te om te vrezen dat ons groepje fotografen kwaad kan.

 

Doñana©BartSiebelink-ekster700

Toch bekroop mij heel even de twijfel toen ik grote paniek bespeurde onder de zwaluwen. Wat was er aan de hand? Geen van ons had zich dichtbij de nesten gewaagd. Een blik door mijn verrekijker bracht duidelijkheid. Een ekster schuimde stelselmatig alle nesten af. De zwartwitte reus klampte zich vast aan de nesten en stak dan overal zijn kop naar binnen om te kijken of er nog zwaluwkuikens vielen te scoren.

In paniek cirkelden de luid kwetterende zwaluwen om de ekster heen. Maar hij trok er zich weinig van aan. De beste bescherming tegen inbraak bleek een nauwe, verstevigde nestopening. Bestaande uit een stuk of vijftig extra kluitjes, dat dan weer wel.

Bart Siebelink